Kunstgebit
Wanneer een kunstgebit?
Het komt regelmatig voor dat een gedeelte van een gebit of soms zelfs het gehele gebit niet meer voor een patiënt behouden kan worden. In zulke gevallen kan de patiënt worden geholpen door een volledige of partiële prothese als vervanging van het eigen gebit.
Een nieuw kunstgebit is een grote verandering. Uw nieuwe kunstgebit speelt een belangrijke rol bij het kauwen en spreken en daarmee indirect voor uw gezondheid.
Uiterlijk
Bovendien zijn uw kunsttanden erg belangrijk voor uw uiterlijk. Uw tanden zijn immers uw eerste blikvanger. Zonder prothese of met een oude prothese kunnen uw lippen wat meer naar binnengetrokken zijn. Door een (nieuw) kunstgebit zullen de lippen weer wat ‘voller’ zijn en uw gezicht wat minder ingevallen. Een positieve verandering.
Mijn eerste kunstgebit (immediaatprothese)
Voordat uw eigen tanden en kiezen getrokken zullen moeten worden door de tandarts of kaakchirurg, wordt er door de tandprotheticus een afdruk van uw kaken gemaakt. Deze afdruk zal dienen als basis voor het te maken ‘noodgebit’. Dit kunstgebit zal direct na het trekken van de tanden en kiezen geplaatst worden.
Het totale verloop van dit proces zal u vooraf uitgebreid uitgelegd worden bij het bezoek aan de tandprotheticus.
– Eten met een immediaatprothese
Eten met uw nieuwe kunstgebit kan even wat onwennig zijn. In het begin zult u wat voorzichtig moeten zijn. U ervaart zelf het beste wat wel en niet kan. Neem de eerste dagen zacht voedsel, zoals puree, gehakt en zacht fruit. Probeer enkele dagen daarna een stukje vis en een aardappel. Weer later kunt u voedsel eten zoals vlees of een appel. Stukken afbijten kunt u met een kunstgebit beter niet doen. Snijd uw voedsel daarom in stukjes en kauw rustig en gelijkmatig met de kunstkiezen. Neem daarbij aan beide zijden een stukje voedsel in de mond. Neem er iets meer tijd voor dan dat u gewend was.
– Praten met het noodgebit
Met uw nieuwe kunstgebit praat u in het begin wat onwennig. U slist bijvoorbeeld. Of bepaalde klanken klinken anders dan u gewend was. Het is alsof u met een volle mond praat. Dit is normaal. Uw mond moet nog wennen aan uw nieuwe kunstgebit. Meestal gaat het na enkele dagen een stuk beter. Oefen extra met die woorden of letters die nog niet helemaal naar uw zin klinken. Lees bijvoorbeeld de krant hardop.
– Pijn bij het dragen van uw eerste kunstgebit
Het dragen van uw nieuwe kunstgebit kan in het begin pijnlijk zijn. Het zit strak tegen uw kaken aan. Op sommige plaatsen misschien wel iets té strak. Daardoor kunnen gevoelige, zogenoemde drukplaatsen ontstaan. Door kleine en eenvoudige correcties aan uw kunstgebit kan uw tandprotheticus deze pijn wegnemen. Vijl of schuur nooit zelf aan uw kunstgebit!
Voor een goed resultaat is het belangrijk dat u uw kunstgebit in uw mond houdt. Probeer er direct mee te praten en te eten. De tandprotheticus controleert uw kunstgebit enkele dagen nadat het geplaatst is. Heeft u vanwege de pijn of de onwennigheid toch besloten uw kunstgebit uit te doen? Probeer het dan minstens een halve dag voor u naar de tandprotheticus gaat weer in anders kan hij de pijnlijke plekken moeilijk herkennen.
Hoe verloopt het proces van het aanmeten van een kunstgebit?
– Afspraak 1: Er wordt uitleg gegeven en er wordt een afdruk gemaakt
De tandprotheticus begint met het nemen van een situatieafdruk van uw kaak. Er zal aan de hand van deze afdruk een gipsmodel gemaakt worden. Hierop wordt een lepel, speciaal voor uw kaken gemaakt.
– Afspraak 2: Er wordt een precisie-afdruk genomen, dit is de definitieve afdruk
Er wordt met de speciale lepel opnieuw een precisie afdruk genomen: Deze definitieve afdruk dient als basis voor de te maken nieuwe prothese.
– Afspraak 3: De beet wordt bepaald
Nu wordt de beet bepaald. Dit gebeurt met de zogeheten ‘beetplaten’ die zijn gemaakt op de gipsmodellen aan de hand van de definitieve afdruk. Op de beetplaten zit een wasrand waarmee gecontroleerd wordt wat de hoogte van het gebit moet worden en hoe u op elkaar bijt.
Er ontstaat zo een beeld van hoe de tanden en kiezen van de boven- en onderkaak op elkaar zullen komen. Samen wordt met u gekeken welke kleur de tanden en kiezen krijgen.
Soms is het wenselijk dat er na het beetbepalen een tussen afspraak wordt gemaakt voor een zogeheten ‘pijlpuntregistratie’. U moet dan met een metalen plaatje op de beetplaat de onderkaak beurtelings naar links, rechts en naar voren bewegen. Met een pennetje worden deze bewegingen op het plaatje afgetekend. Dit is een extra Hulpmiddel voor het vaststellen van een moeilijke beet.
– Afspraak 4 of 5: Het passen en eventueel aanpassen
Nu wordt de in was opgestelde prothese gepast. We noemen dit de ‘pasfase’.
– Afspraak 5 of 6: De prothese is klaar
De prothese is voor u klaar. De prothese wordt geplaatst en er wordt gecontroleerd op de pasvorm, de beet, de randlengte en ook op eventuele drukplekjes. Daarna krijgt u advies over hoe u het beste de prothese kunt onderhouden.
Het is mogelijk dat u na het plaatsen van de prothese in het begin toch last kunt krijgen van drukplekjes. U kunt dan bellen om deze te laten verwijderen.
Een gewenningsperiode van de nieuwe prothese van een paar weken is vaak normaal. Zeker als de oude prothese meer dan 10 jaar is gedragen.
Met een nieuwe prothese is een jaarlijkse controle bij de tandprotheticus wenselijk. Er wordt tijdens de controle gekeken naar de pasvorm en eventuele slijtage van de tanden en/of kiezen. Ook wordt uw mond gecontroleerd. Wanneer een prothese niet meer goed zit of teveel slijtage vertoont van met name de kiezen, kan dit nadelige gevolgen hebben voor bijvoorbeeld uw kaakgewrichten, slokdarm, maag of darmen.